Voor alle kunstaanbidders die zin hebben om van hun idolatrie af te raken (bestaan die types?), is er al een tijdje de roman 'Het satijnen hart' van Remco Campert. Hoofdfiguur en beroemd kunstschilder Hendrik van Otterlo hobbelt op hoge leeftijd naar zijn graf, en in het even perfecte als gedetailleerde proza van Campert is dat, zelfs als gevierde jongen met een succesvol en rijk leven achter de rug, bepaald geen pretje. Zeker niet als bepaalde ontmoetingen, weertypes en huidskleuren je terug doen denken aan de enige vrouw die je ooit écht liefhad, maar door je eigen verwaandheid en obsessie voor de kunst onder je handen vandaan is geglipt. In een prachtige combinatie van sfeerschetsen en lullige dialogen laat Campert deze figuur geestelijk én lichamelijk onttakelen, maar wel, zoals altijd bij hem, met liefde en mededogen. Wat dit boek in zijn oeuvre bijzonder maakt, is de afwezigheid van luchtige uitwegen en de volgehouden toon van ernst, vermengd met bittere humor. - 4 gwrrfs.