Misschien dat het in de toekomst anders wordt, maar voorlopig zijn 'tobberig staart hij naar het tafelblad' en 'diepvrieskoude eenzaamheid daalt op me neer' lelijke vloeken in de literaire wereld. En terecht. Wat debuterend schrijfster Enne Koens (1974) in haar roman 'Tot alles gezegd is' op de lezer loslaat is op, op z'n zachtst gezegd, een taalkundige ramp. Jammer. Want achter de ramp vermoed je een boeiend drama over jonge ouders, waarin de vader, Michel, te horen krijgt dat de omgang met zijn kindje Josja hem definitief wordt ontzegd. We zouden graag positiever zijn over dit debuut, maar echt op elke pagina kom je stilistische dolkstoten als 'Ik liep de straat op, rook plotseling vrijheid' tegen. - 2 gwrrfs.